Jack Weijkamp en Lucy Legeland | Firma Weijland

zaterdag 25 juli 2015

Zwarte Cross

Vandaag voorgedragen in tipitent op de Zwarte Cross. Top gitarist Dries Bijlsma is erbij. Het ging door ondanks de zomerstorm! ha.
Zie sfeerverslag van Hans Mellendijk op zijn weergaloze blog.

donderdag 23 juli 2015

Gentse Feesen

De Achterhoek is groter dan je denkt

Als dichter des Achterhoeks kreeg ik een uitnodiging om tijdens de Gentse Feesten voor te dragen. Dichters in het Raam is een mooi initiatief om ook poëzie een plek te geven op dit 10-daags festival. Er treden een tiental dichters op. Vanuit het raam schal ik de verzen over een plein met een geconcentreerd luisterend publiek.
Maria van Nassau, die in Ulft op het kasteel woonde en de zus was van Willem van Oranje, had in de zestiende eeuw een buitenverblijf in Gent. Ik volgde het olifantenpaadje van de Van Nassaus. De banden tussen Gent en de Achterhoek zijn oud.
Na de voordracht ga ik de stad in met de Belgische bulderdichter Sven de Swaef en de anarchistische auteur en filmmaker Jan Bucqouy. ‘Apres nous les deluges!’, klinkt de eerste toost. We spreken Frans, het Gents dialect en het Achterhoeks door elkaar. Plots staat daar Dimitri Verhulst naast mij aan de bar. ‘Mag ik u danken voor uw schone boeken?’, vraag ik. ‘Bent u een Hollander?’ ‘Nee, een Achterhoeker’. ‘Mag ik u kussen?’ Ik knik, hij geeft me een dikke zoen.
‘I was afraid of the dark’, loeit de bulderdichter intussen achter mij. Hij draagt een Engels gedicht voor. Oudere mannen hangen met open mond aan zijn lippen. De ogen van de bulderdichter vonken vuur en zijn tong steekt uitdagend uit zijn mond. Het lijkt een schilderij van Jeroen Bosch. ‘Apres nous les deluge!’, klinkt het. De bulderdichter aait zijn dikke buik, koestert de holte die deze nacht gevuld zal worden met bollekes, trappisten en een enkele bruine.
‘Ik ben geen mens’, fluistert de dichter in mijn oor.
‘Ik ben geen mens, ik ben...’

Het is de bulderdichter waarmee ik vorig jaar in Zwolle de voorstelling Broer Herman speelde. Destijds is zijn buik nog dikker, hij speelt dagen met een enorm opgezette navel. Na iedere voorstelling heeft hij dorst. Als de stad Zwolle langzaam gaat slapen lopen wij de kroeg in die nog een tijdje open zal zijn. Hij bestelt twee la chouffe bieren en raakt in gesprek, drinkt de eerste chouffe leeg en komt met de tweede op mij af. Zet hem aan zijn keel en zegt: ‘Hedde gij hem al op?’ Ik glimlach.
‘Kom ik ga der nog een keer een gaan halen’.
Twee verse chouffes worden voor hem neergezet, hij drinkt de eerste op tijdens het praatje met de barman, komt naar mij toelopen en zegt: ‘Hedde gij hem alweer op?’ Gaat terug, leegt het vierde glas en bestelt twee bier. Hij kijkt waar ik ben. Inmiddels sta ik buiten door het raam te kijken in de hoop dat hij mee zal gaan en onze voorstelling de volgende dag doorgang zal vinden. Binnen zie ik hem praten en drinken. Als hij buiten komt met het zesde glas zegt hij: ’Gij zijt een rappe drinker zeg, komaan’. Hij neemt de laatste chouffe in één teug. De volgende dag spelen we de laatste voorstelling en rijdt hij in Gent rechtstreeks naar het ziekenhuis om een uur later geopereerd te worden aan zijn navelbreuk.
‘Ik ben geen mens, ik ben… ik ben dynamiet’, blaast hij in mijn oor.
Als ik om 3.00 uur de drukte van de stad moe ben zie ik hem dansen op het plein met een schone dame. Ik breng hem nog een bolleke. Hij drinkt en geeft haar het half volle glas: ‘Apres nous le clap!’

Wanneer ik in de ochtend in het museum voor de schone kunsten recht tegenover de Kruisdraging van Jeroen Bosch sta, raak ik in vervoering door het schilderij. Ik blijf daar maar staan en staan. Eindeloos kijk ik naar de afgrijselijke en intrigerende gezichten op het schilderij als de telefoon gaat: het is de bulderdichter. Om 11.31 uur zingt de bulderdichter in mijn oor een liedje van Weijland dat ik de vorige avond ten gehore bracht:
Hoe klinkt ow stem at i-j
hoe klinkt ow stem at i-j gedronken hebt
hoe klinkt ow bierscheet in het bad
hoe ruukt ow oksel oksel nat
hoe smik ow oren orensmeer
hoe lacht ow lome lief keer op keer

Op de achtergrond hoor ik de stad. ‘Sven, ben je nog in de stad?’ ‘Tuurlijk’
hoe lacht ons lome lief teer mmmm, mmmm, mmmm, mmmm

En ik had dit gevoel al drie keer eerder gehad de afgelopen dagen in Gent, toen de hoogleraar van de Gentse Universiteit nadat hij een gedicht van Bertolt Brecht eerst in het Nederlands toen in het  Duits en daarna Gents voordroeg. Toen ik een zigeunerband akoestisch hoorde spelen, zo ontzettend goed in een kroegje, daarna een klassiek concert om vervolgens een plein op te lopen waar weer een andere band Non je ne regrette rien staat te spelen terwijl de mensen zachtjes meezingend aan lange tafels zittend met witte tafellakens en grote originele Belgische glazen bier daarbovenop. Nu sta ik hier voor de kruisdraging en hoor in mijn oor:
hoe lacht ons lome lief teer
mmmmmm mmmmmm

En ik denk het weer. Cultuur mag hier schoon zijn en lelijk, glad en met een rafelrand, druk en alleen, een aai en een klap. Die dichtavond was ik begonnen met een groet aan Gent. Gent wordt Hent in de spreektaal.


De Achterhoek is groter dan u denkt


Ik groet u op straat Hent
ben nieuwsgierig naar uw wc papier
op uw toilet
wat leest u voor het slapen gaan en
welke sok bedekt uw voet als eerst

waarover je niet kunt zwijgen
kun je maar beter verhalen
over de haat die zomaar
de haat omdat hij altijd op de pot zat
als de rekening kwam
zo voorzichtig
zo voorzichtig hij de liefde bedreef
terwijl zij verlangde naar furie
en zweet en zweep
en over de brief die zij toen schreef

de brief en hoe hij de vrek deze onder
de dampende fluitketel houdt
om de niet gestempelde postzegel te kunnen
hergebruiken
daar onder die postzegel leest hij  elf letters
k  l o o t h o m m e l

Ik groet u op straat Hent
ben nieuwsgierig naar uw wc papier
op uw toilet
wat leest u voor het slapen gaan en
welke sok bedekt uw voet als eerst
Laten we wandelen kriskras door de stad
en elkaar verhalen over zulkse zaken

maandag 20 juli 2015

Gentse Feesten, Belgie

Vandaag afgereisd naar de Gentse Feesten te Gent(BE). Morgen treed ik op als Dichter des Achterhoeks en lees poëzie voor in een mooie straat waar de ramen uit de huizen gehaald zijn. Alles voor de schoone kunsten! Belgische medemakers Luc Onderbeke en Sven de Swaef zijn er ook!! Ik verheug me zeer.

donderdag 16 juli 2015

Gedicht voor NOCTA, nachttaferelen

Lucy Legeland werkt momenteel aan een bijzonder concert: NOCTA, nachttaferelen. 

Te zien op:
donderdag 3 en vrijdag 4 september tijdens het Stadsfestival in de Waalse kerk te Zwolle
zaterdag 26 september in het Barghse huus te 's-Heerenberg.

Ik schreef een tekst voor een lied:




Nachtnaakt

Soms ziet het kind
de vitrage
bewegen
iemand zegt; er wonen wel mensen
maar ze komen niet
buiten
het kind gooit de bal in de tuin
hoort hoesten en rochelen
ontwijkt de fluim

In de nacht gaan ze de straat op
en ze zijn heeel klein
zegt iemand anders

De maan beschijnt het asfalt
als het kind met haar verrekijker tuurt
Ze slaapt op haar arm wanneer aan de overkant
de deur openslaat
een oude grijze vrouw
huppelt door het gras
stapt kwiek uit haar nachtjapon
danst naakt op het asfalt
Ze zingt

Haar opvallend kleine man
rookt in de deuropening
grijnst in zijn zwarte trouwpak
boven zijn hoofd blaast hij in rookletters
nachtnudist








zaterdag 11 juli 2015

Gedicht voor de Achterhoekse almanak

Peter Bresser van Erfgoedcentrum Achterhoek Liemers (Ecal)vroeg of ik een gedicht wilde maken voor de Achterhoekse almanak. Graag!


Van ni-jen

‘t gruun kik deur de wienranken
rechts de möl
veur mien
de spits van Elten
daor gao’k op aan
de autobahn ze slöp

Lopes deur de bossen
prakkeseer ik
verstom ik
de deurkiek
‘k knup mien
de trui um de buuk

Zi-j fietst achter h’m en rup:
‘lao’w maor ophollen met praoten
ik kan ow toch niet verstaon’

Bezweite tönnekes van wielerenners
kriegen eur tweede bier
laot ‘t 11 uur zun
de schaele wielrenner pröt
de rest proost
As ik veurbi-j ‘t terras bun heur ik ze bulderen
‘t bord gif aan:
onbeperkt schnitzel € 14,95

De Harmonie van ‘s-Heerenberg spölt heur
zommerkoffieconcertklanken dwars deur ‘t bos

Ach mij
lao’w grinniken met de vetpensrenners
lopen, fietsen, gaon
kieken, blaozen en drinken
Van ni-jen!
lopen, prakkeseren, stiefelen, verstommen, gaon
kieken, blaozen , bulderen en drinken
ophollen met praoten
onbeperkt

maandag 6 juli 2015

Dagkaart voor een hond

Afgelopen week bezocht ik Zieuwent, zojuist schreef ik de kinderen van groep zeven van de St.Jozefschool een verslag van mijn reis.

Dagkaart voor een hond

Om 6.19 uur vertrekt de trein uit Zwolle naar Zutphen. Mijn fietstassen zijn ingepakt: het dagschema, een uitgeprint gedicht, dichtbundels, een colbert voor de presentatie, een hoed tegen de zon, een lunchpakketje en water, veel water. De conductrice kijkt met een frons en vraagt waar de hond is. Thuis heb ik een prachtige zwarte hond waar ik deze ochtend nog een klein stukje mee wandelde. Zizou, mijn hond, mag vaak mee in de trein en ik vermoed dat ze me eerder eens heeft gezien met de hond.
 ‘Nee, nee’ zeg ik, ‘mijn hond is thuis, dit is het kaartje voor mijn fiets’. Ze lacht en zegt: ‘U heeft een dagkaart voor de hond gekocht, maar het is geen probleem’.
Op station Zutphen koop ik sinasappelsap en koffie. Daar ga ik. Het is fijn om vroeg op pad te zijn. De weg naar Almen is door het bos en in de schaduw. Het landschap glooit licht. Behalve de vogels vergezelt mij niemand. Gisteren las ik dat Zieuwent vroeger een moeras was en dat op verhogingen in het landschap boerderijen zijn gebouwd. Deze verhogingen heten droebels. Mooi woord droebels. Ik proef het woord in mijn mond: dddrrrroebelllssss.
De droebels hebben ook namen:
de Wopereis, ’t Rolder, ‘t Spekschoor, d'n Tute en ’t Rietberg. Vlak na Almen op weg naar Vorden pak ik mijn schriftje en schrijf op een bankje.


Een gedicht is als een droebel
een verhoging waar je in kunt wonen

Voor iedere droebel van Zieuwent
wil ik een gedicht

Voor Wopereis dicht ik iets met ijs
’t Rolder rijmt op zolder

met ‘t Spekschoor bu’j snel klaor

’n Tute kost meer muujte

En op Rietberg rijmt niets
da’s pas erg

Een gedicht is als een droebel
een verhoging waar je in kunt spelen
ieder gedicht zijn eigen bult!
 


Vlug vervolg ik mijn weg. Ik weet niet precies hoe ver het is, ongeveer veertig kilometer? Daar doe ik toch al snel twee uur over, zeker wanneer er tussenstops zijn als deze. Ook de weg naar Vorden is door het bos. Om geen tijd te verliezen doe ik al fietsend mijn blouse uit en stop hem achter in de fietstas, het is warm. Mijn benen draaien rondjes, de wegen zijn leeg, er is zelfs geen ruisen van verkeer. Mijn gedachtes kunnen vrijelijk ronddwalen. Zo had ik mij het dichterschap van de Achterhoek ook voorgesteld: veel buiten zijn, ideeën verzamelen, op weg naar een groep mensen die ook willen schrijven, voordragen aan elkaar en weer verder.
Daar gaan mijn gedachtes alweer. Hoe vertelde Jos van Stichting Fratsen dat nou? De Sint-Werenfriduskerk van Zieuwent was eigenlijk bestemd voor Groningen maar de Groningers vonden de kerk te duur. Een aantal boeren in Zieuwent heeft hem toen betaald en hij is in een recordtempo gebouwd. Sportcentrum Sourcy is er gekomen omdat de nieuwe sporthal van de gemeente in Lichtenvoorde kwam te staan. ‘Dan bouw ik het zelf’, zei een inwoner van Zieuwent. En dan vandaag: het zelfvervaardigde potlood als baken voor cultuur. Zieuwent bouwt zelf aan religie, sport en cultuur! Zou dat van de bij elkaar staande boerderijtjes op de droebels afstammen? Het moeten en willen samenwerken?

Snel trap ik op de rem en schrijf staand met de fiets tussen mijn benen in mijn schriftje. En daar zit ik alweer op mijn fiets: anders kom ik nog te laat. Het gedicht lukte trouwens niet: ‘Jammer, mislukt.’ Ik ben ook gewend dat niet elk probeersel lukt. Het licht van deze dag is voor ieder probeersel wellicht ook te verzengend.
Ik schakel over naar versnelling zeven en met een kilometer of 35 per uur dender ik Ruurlo voorbij. Ik ben benieuwd naar de kinderen van Zieuwent: groep 7 van meester Fred. Ze zitten in elk geval op de mooiste school van Nederland. Het is een fijn gebouw met ruime lokalen. Aan de achterkant het schone groene uitzicht en aan de voorkant een mooie, grote speelplaats. De school lijkt nog dicht wanneer ik aankom. Snel fiets ik door naar de kerk. De kinderen en ik gaan poëzie maken in de tuin van de pastorie, daar zal er in elk geval schaduw zijn onder de oude bomen. Er is een vijver. We kunnen zelfs even wat drinken in de pastorie. Ook hier is alles nog dicht. Ik zet mij op een bankje. Ik heb mij voorgenomen om naast de workshops met de kinderen zelf ook een gedicht te schrijven. Altijd spannend: de eerste letter, het eerste woord, een zin en dan de volgende…


Dagkaart voor een hond

De conductrice kijkt mij aan
wanneer zij mij zo
met mijn fiets ziet staan

een, twee…
zij telt mijn banden hardop
en trekt aan mijn bel
blaffen kun je dat moeilijk noemen
zegt ze
plotseling fel
‘Dagkaart voor een hond’
leest zij hardop met een frons

snel koop ik koffie
een flater dempt men
in zwarte troost

Een dichter die niet lezen …
een dichter die niet noemen kan
wat denkt u daar nu van?

Daar is gelukkig het buiten weer
Almen, Vorden, Kranenburg en Ruurlo

Maar op de Batsdijk slaat de twijfel toe
Stel dat ik de Sint-Werenfridus aanzie voor een lantaarnpaal
de kinderen van de st. Jozefschool voor vieze trollen
het potlood voor een raket
en meester Fred… voor Louis van Gaal

Op de Batsdijk begin ik van voren af aan
en groet de dingen om mij heen
dag aap, dag noot en dag mies pies
Dag boom met je mooie room
dag roos ik ben niet boos hoos
dag vis, visserke vislijn mijn
dag vuur zonder stuur
daaaag dagkaart voor een hond

hoi Zieuwent!






zondag 5 juli 2015

Tweede gedicht in Gelderlander

Afgelopen zaterdag verscheen in de Gelderlander het tweede gedicht.Het ontstond tijdens een tweedaags schrijfbezoek aan s'Heerenberg.Ik wandelde naar Elten, bezocht de expositie op kasteel Berg en de begraafplaats van Jan Herman van Heek: mecenas kunstverzamelaar en textielfabrikant. Logeren deed ik bij tante Ria. Op zondagochtend hoorde ik het zomerconcert van de harmonie en dronk ik een biertje met kogelronde wielrenners.


Mei-nacht in onschuldig landschap

In mijn dromen schilder ik
Montferland als Van Gogh

Ben ik de waard
van het Posthuis in Elten
die Napoleon
na zijn terugtocht uit Rusland
de gebottelde streekwijn inschenkt
Superbe mompelt deze
en geeft mij de opdracht
alle druivenvelden in de hens te steken

Draai ik mij op mijn goede zij
wanneer ik
met een brandende toorts
heks Machteld martel
In de avond bind ik de gele fakkel
aan de vos zijn staart
de hijgende honden draaien achtjes
rond de benen van het paard
De hoorn
zij blaast

Ik ben geen kind van mijn tijd
Ik hoef dat niet te zijn

In mijn dromen zwem ik onder water
een rondje om de burcht
nadat ik
eerst de vinger
dan de arm
en pas daarna het hoofd afhakte
van de roemruchte schildknaap
met de Oranje sjerp

Draai ik mij lekker op mijn zij
wanneer ik de bloedblaren op rij
doorprik van de boeren
die met mijn zweepslagen
de loopgraaf van 1917 groeven

Dicht ik als Komrij over de
onherstelbaar verbeterde
weg in 1938: de autobahn
Als ik snurk meld ik mij aan als
zwarte soldaat op het hoofdkwartier
van de NSB in Terborg

Ik ben geen kind van mijn tijd
Ik hoef dat niet te zijn

In mijn dromen zie ik de wijnranken
van de heuvels rond Stokkum
donkerblauw worden
onder het licht van twee manen
Geduldig kijk ik
naar het uitsluipen van de libel
hoekig helicoptert zij
naar mijn linkeroor en lispelt:
Het is de liefde die overwint, jongen

we proosten de volle rode wijn
het landschap en ik



vrijdag 3 juli 2015

Dichter op 'nDrom, Sinderen

Ha, morgen in het bos van Sinderen zijn we daar tijdens 'nDrom en kijken uit naar de fijne ontmoetingen, de ontroerende zaken en de mooie optredens. De Firma mag dit jaar weer meedoen en de dichter is daar ook!

donderdag 2 juli 2015

De dichter dicht met schooljeugd, Zieuwent

De dichter maakt vandaag de hele dag poëzie samen met kinderen uit groep 7 van de St. Jozefschool in Zieuwent. Om half 4 is de opening van het poëziekunstwerk in de tuin van de kerk. De kinderen dragen voor uit eigen werk met meester Fred op trompet. De gemaakte gedichten worden in het kunstwerk opgenomen.
De organisatie is in handen van Stichting Fratsen die een groot en warm hart heeft voor mooie zaken organiseren in Zieuwent!